Wat hebben luiers verversen en je mening uiten met elkaar gemeen?

Een bijzondere kijk op teamwerking 

Een team van 25. Met 24 vrouwen en één man. Zou dat geen vonken geven? Reken maar! Vonken van liefde voor de leerlingen. En didactische vernieuwingen met heel veel collegiale samenwerking. Lien Meulemans, kleuteronderwijzer bij de jongste kleuters in basisschool Zonnedorp in Aarschot vertelt. 

Zonnedorp in team

Lien is al 15 jaar kleuterjuf. “Alleen het eerste jaar heb ik in een andere school gewerkt”, vertelt ze. “Daarna kwam ik in Zonnedorp terecht voor een vervanging van een zwangerschapsverlof, maar na al die jaren sta ik nog steeds in dezelfde klas.”  In het begin was Lien kleuterjuf bij de instappers. Vandaag noemt Lien dat  het team jongste kleuters”. “Ik ben nog steeds de klasjuf voor de instapklas, maar wij werken intussen graadsgebonden”, gaat Lien verder. “Ik werk dus heel nauw samen met mijn collega van de eerste kleuterklas.”

Met de werking in kernteams raakt Lien ook meteen de grootste verandering aan voor haar in de afgelopen jaren. “De werking in teams is doorgetrokken in de hele school. Naast het team jongste kleuters vormen de tweede en derde kleuterklas het team oudste kleuters. In de lagere school schuift de juf van het eerste leerjaar met de leerlingen mee door naar het tweede leerjaar, zodat zij twee jaar dezelfde leerlingen kan opvolgen. Zo ook in de tweede en derde graad”.

Leerwerkplekken en hoeken vol beweging

Ook de infrastructuur is aan deze nieuwe werking aangepast. Elke graad heeft een eigen leerwerkplek. Dat is een lokaal, gelegen tussen de beide klassen van de graad dat flexibel kan gebruikt worden. Bijvoorbeeld voor zelfstandig werk door sommige leerlingen of voor verlengde instructie aan een kleiner groepje kinderen. Ook de klaslokalen worden flexibel ingezet, wat duidelijk voordelen heeft voor de kleutertjes.  

“Vroeger moest elke klas eigen leerhoeken hebben, waardoor er soms  tien verschillende hoeken in een klas waren”, gaat Lien verder. “Nu delen we de hoeken binnen de graad, waardoor ze verspreid kunnen worden over twee klaslokalen. Elke hoek is daardoor veel groter en geeft meer bewegingsruimte aan de kleuters. We merken echt wel dat dat de betrokkenheid van de kleuters verhoogt”, aldus Lien. “In de voormiddag werken we sterk geleid en zorgt elke klasjuf voor het leeraanbod van de eigen leerlingen. Om de kleuters van alle hoeken te kunnen laten proeven, wisselen we doorheen de week van lokaal. Op maandag, dinsdag en woensdag werk ik met mijn instappertjes in de bouwklas, terwijl we op donderdag en vrijdag naar de huisklas gaan. In de namiddag zijn alle hoeken voor iedereen open. Dan mogen de kleuters kiezen in welk lokaal ze gaan werken. Zo leren ze niet alleen  het meeste van elkaar, maar leren ook meteen mijn collega kennen. We zien dat dat de overgang naar de eerste kleuterklas vanuit de instapklas veel makkelijker maakt. 

Kleine kiezertjes maken grote keuzes

Hoe klein de instappertjes ook zijn, toch kunnen ze al gericht kiezen naar welke hoek ze gaan. Lien merkt dat sommige peutertjes in het begin de eigen juf volgen, maar al gauw kiezen ze toch bewust voor de klas en groep waar ze het aanbod op dat moment het interessantste vinden. 

“Dat keuzeproces verloopt heel organisch”, vertelt Lien. “We richten de hoeken zo in dat het min of meer duidelijk is hoeveel kinderen er in kunnen, waardoor er eigenlijk nooit een overvloed aan kinderen in een bepaalde hoek is. Dat doen we door bijvoorbeeld het aantal stoeltjes bewust te tellen. Als de stoeltjes vol zijn, weten de kinderen dat ze eerst ergens anders moeten gaan werken. We hebben samen goed nagedacht over deze werking, die we beter bij ons vinden passen dan een vast keuzesysteem. Op deze manier kunnen we flexibel omgaan met de hoekenwerking en kunnen we zoveel mogelijk kleuters laten werken in hun geprefereerde hoek van het moment.”

Bewuste keuzes en weldoordachte aanpak zijn woorden die vaak terugkomen in het gesprek met Lien. Zij ziet zelf een sterke evolutie op dat vlak. “We stemmen veel bewuster onze didactische aanpak op elkaar af”, gaat ze verder. “Er wordt echt veel overlegd over hoe we onze lessen inrichten. Er is bijvoorbeeld een werkgroep taal en een werkgroep wiskunde, die beiden extra expertise opbouwen. Op de personeelsvergaderingen wordt die kennis uitgewisseld en stellen we een nieuw plan van aanpak op, bijvoorbeeld over werken rond een bepaald thema. 

Bewuste ouders 

Ouders merken deze professionele aanpak van didactiek op. Lien ziet ook bij hen een duidelijke verschuiving sinds zij als kleuterjuf startte. Ouders kiezen vandaag bewuster voor een school dan pakweg tien jaar geleden. De meeste ouders bezoeken meerdere scholen en bevragen het schoolteam over de pedagogische visie en de didactische werking. “Vroeger kozen ouders vaker voor de school die dichtbij huis was”, aldus Lien. “Nu zien we dat ze veel meer op zoek gaan naar wat het beste bij hun peutertje past. Het doet deugd als ze dan na verschillende schoolbezoeken voor Zonnedorp kiezen.”

De flexibele werking in teams blijkt voor Zonnedorp een duidelijke meerwaarde te bieden aan ouders. Kinderen kunnen in meerdere groepen terecht, waardoor er nog meer kan gedifferentieerd worden. Is het even te druk voor een kleuter van de eerste kleuterklas? Dan kan die zonder problemen mee les volgen in de instapklas. Of heeft een instapper meer interesse in het thema van de kleuters? Dan kan dat door eenvoudig van lokaal te wisselen binnen een bekende en veilige omgeving. 

Luiers en veel meer

Maar ook voor Lien zelf biedt deze werking voordelen. “Je kunt niet alleen flexibeler inspelen op de context van de peuter, maar het maakt het werk ook makkelijker. Ik zal een concreet voorbeeld geven. Bijvoorbeeld bij het verschonen van luiers vind ik de aanwezigheid van een extra collega dichtbij een pluspunt. Anders zou ik als instapjuf op momenten zonder kinderverzorgster alles alleen moeten doen. Ik zou dan luiers moeten verschonen terwijl ik ook bezig moet zijn met de kinderen die aan het spelen zijn. Nu kunnen we die taken veel beter onderling verdelen met de collega’s”.

Gelukkig eindigt de collegialiteit niet bij het verversen van luiers. “Er is veel onderling vertrouwen binnen ons vijfentwintigkoppig team”, zegt Lien. “Ik kan om het even wie om raad vragen en ik vind dat iedereen hier vrij zijn mening kan uiten. Er is een openheid waardoor we dingen tegen elkaar kunnen zeggen. Als iets op school mij stoort of iemand iets doet waarvan ik denk dat het vreemd is, kan ik dat gewoon zeggen. Dat wordt gewaardeerd zolang het respectvol gebeurt. Dat vind ik heel fijn,” rondt Lien af.